GESCHIEDENIS

Stichting Maria-oord werd in 1975 opgericht door de congregatie van de Zusters Franciscanessen van Dongen. Zij hadden al een lange geschiedenis achter zich.

Op het einde van de 18e eeuw werden tijdens de Franse Revolutie veel kloosters opgeheven door een antireligieuze wetgeving. Dit gebeurde ook in Leuven. Enkele leden van een opgeheven slotklooster zagen een mogelijkheid om hun religieuze leven voort te zetten in de Noordelijke Nederlanden. Na enige omzwervingen vonden zij in 1801 een geschikt huis in Dongen, het Bolkenslotje, op de huidige locatie Hoge Ham 25. Daar ontwikkelden ze het katholiek onderwijs aan meisjes, in een pensionaat en op dagscholen in Dongen en vele andere plaatsen, voornamelijk in Noord-Brabant en Zeeland. Er traden veel jonge vrouwen toe tot de congregatie en de onderwijsactiviteiten breidden zich uit. Dit alles werd zichtbaar in nieuwe en grotere gebouwen en een kapel.

In 1938 besloot het congregatiebestuur een apart huis te bouwen, waar zieke en oudere zusters verzorgd konden worden. Dit huis werd gebouwd in de Schoolstraat en kreeg de naam Maria-oord. De leiding en verzorging waren tot 1975 in handen van de zusters. In 1975 werden de activiteiten die in Maria-oord plaatsvonden ondergebracht in een afzonderlijke stichting; Stichting Maria-oord. Stichting Maria-oord ontving subsidie van de overheid, nam personeel in dienst en ontwikkelde zich tot een professionele zorginstelling. De doelstelling was het verzorgen van de oudere en zieke zusters van de congregatie. Het bestuur van de stichting werd gevormd door de leden van het congregatiebestuur.

In 2004 werd besloten het gebouw in de Schoolstraat af te stoten; het was te groot geworden voor het krimpende aantal zusters. De bewoners verhuisden naar het Moederhuis op de Hoge Ham, waar een apart gedeelte voor de verzorging en de verpleging van de zorgbehoevende zusters werd ingericht. Stichting Maria-oord ging hiermee werken op deze locatie.

De tijden veranderden echter in een snel tempo: niet-religieuzen werden opgenomen en Maria-oord ontwikkelde een kleinschalige instelling voor professionele zorg voor wie dit nodig heeft. Het huis werd opengesteld en het aantal bewoners dat niet tot de congregatie behoorde, nam sterk toe.

Hiermee werd het voor de zusters tijd om zich terug te trekken uit het bestuur van Stichting Maria-oord. Tot 2015 bleef een lid van de congregatie voorzitter van de Raad van Toezicht, maar toen haar bestuursperiode afgelopen was, droeg zij de verantwoording over aan een niet-religieuze voorzitter. Daarmee kwam een einde aan de formele verbondenheid van Maria-oord met de congregatie.

Het Moederhuis op de Hoge Ham wordt nu gedeeltelijk bewoond door de zusters en gedeeltelijk gehuurd door Maria-oord. Ondanks de scheiding zijn de banden tussen congregatie en Maria-oord nog hecht.